Ze kunnen het leestempo er flink uithalen, die drie puntjes. Daar zit de kracht van dit leesteken en tegelijk een valkuil voor tekstschrijvers. Als je de puntjes met mate gebruikt en op het juiste moment, dan ‘dwing’ je je lezer tot rust en reflectie. Maar dat kan gemakkelijk doorslaan … Pas je het kunstje te vaak toe, dan wordt het een ronduit vermoeiend verhaal … Niet om door te komen … (Gaap!)
Trrrrrring! Even wat handige weetjes:
- De drie puntjes zijn één leesteken (het zogenoemde beletselteken). Ja, het zijn er drie! Geen twee. En nooit meer dan drie. (Ja, soms zie je dat wel…………………)
- Moet er een spatie voor en na het beletselteken? Jazeker, eigenlijk wel. Maar … maar … heel vaak gebeurt dat toch niet? Klopt.
- Is het erg als ik geen spatie voor het beletselteken plaats? Nee hoor, maar wees dan wel consequent.
- Soms zet mijn computer plotsklaps wat witruimte tussen de drie puntjes. Wat nu? In dat geval is het het beste kalmte te bewaren. Let erop dat het beletselteken er in je hele tekst hetzelfde uitziet.
- Wat is het verschilt tussen ‘(…)’ en ‘…’? Als er haakjes om de puntjes staan, noemen we dat een weglatingsteken. Dat kun je gebruiken als je in een citaat een aantal woorden of zelfs zinnen wilt weglaten. In plaats daarvan zet je dan het weglatingsteken.
‘Het kan voorkomen dat ik me drie of vier uur zit af te vragen of ik een punt of een puntkomma zal zetten’, mijmerde Harry Mulisch eens. Of hij ook dagdelen in zijn agenda skipte om te peinzen over het al dan dan niet gebruiken van een beletselteken is (mij) niet bekend, maar het zou mij niet verbazen … Om enkele effecten van het beletselteken goed te doorgronden twee voorbeelden:
Uit ‘De Aanslag’ van Harry Mulisch:
Plotseling onzeker begon zij:
‘Ik bedoel…’
‘Ik begrijp het best, mevrouw Beumer. Het leven gaat verder.’
Wat een effect! Eigenlijk is geen toelichting nodig. De drie puntjes laten subtiel zien dat de spreker even aarzelt. En doordat er in dit geval geen spatie zit tussen het beletselteken en het woord ervoor, ervaar je dat mevrouw Beumer wordt afgekapt.
Uit: ‘De komst van Joachim Stiller’ van Hubert Lampo:
‘Ik heb in de schemering wat naar muziek liggen luisteren’, zei ze. ‘Ik zal dadelijk licht maken …’
Ik hoorde inderdaad het trage tikken van de naald in de eindgroef van een langspeelplaat.
Als lezer hoor je als het ware de stilte. En ik vind dat de inhoud extra lading krijgt. Had er een punt gestaan dan was de mededeling veel zakelijker overgekomen.
Wat jij hier als tekstschrijver mee kunt? Je kunt exact hetzelfde doen als Mulisch en Lampo in deze voorbeelden: de lezer laten ervaren dat hij iets bijzonders gelezen heeft … Voorkomen dat de lezer op de automatische piloot verder leest …
Meer weten over het beletselteken? Check het fijne boekje ‘Leestekens’ van Onze Taal.