Onlangs werd ons gevraagd wanneer je nu enkele aanhalingstekens moet gebruiken en wanneer dubbele. Daar hebben we een kort en een langer antwoord op. Het korte antwoord is: dat mag je zelf weten. Er zijn geen officiële regels voor.

Mocht je toch een aantal handreikingen willen dan raden we je aan verder te lezen. De Schrijfwijzer, voor veel professionele schrijvers een belangrijk standaardwerk, geeft bijvoorbeeld de voorkeur aan enkele aanhalingstekens boven dubbele. Ongelukkigerwijs gebruiken we echter bijna allemaal, als we een ‘citeergebaar’ maken beide vingers …

Voorbeeld van een persoon die een citerend gebaar maakt met zijn vingers

Wees consequent!

Of u in jouw tekst de citaten nu tussen enkele of dubbele aanhalingstekens plaatst, mag je dus helemaal zelf bepalen. Maar wees wel consequent. Ben je eenmaal begonnen met enkele aanhalingstekens? Dan raden wij aan daarmee door te blijven gaan.

Tenzij je een citaat binnen een citaat plaatst. Kies je in principe consequent voor enkele aanhalingstekens? Dan is het gebruikelijk bij een citaat binnen een citaat voor dubbele te kiezen. Dus:

De onbescheiden docente zei: ‘Vorige maand bij het Bètakamp noemde een leerling mij uiteraard “een voorbeeld voor de wereld”.’

Zesjes en negentjes

Je weet ongetwijfeld dat het ‘aanhalingsteken openen’, ook wel ‘aanhaling’ genoemd, een ander tekentje is dan het ‘aanhalingsteken sluiten’. Het eerste lijkt op een zesje, het tweede op een negentje. Het negentje wordt ook wel ‘afhaling’ genoemd. Programma’s als Word maken in principe automatisch de juiste variant aan. Als het toch fout gaat, komt dat waarschijnlijk omdat je een spatie niet geplaatst hebt, of er juist een te veel.

Naast ‘ en ’ wordt soms ook het ‘rechte aanhalingsteken’ gebruikt. Wij raden aan dat niet te doen, enkel te kiezen voor de zesjes en negentjes. Maar ook hier geldt weer: consequentheid is het belangrijkst. Ook is het zo dat sommige lettertypes alleen de rechte variant kennen.

Talloze varianten van aanhalingstekens

In kranten en tijdschriften tref je talloze manieren waarop citaten worden aangegeven. Soms staat het openingsteken laag en het sluitingsteken hoog. Soms staan bij dubbele aanhalingstekens (”) het zesje en het negentje naast elkaar. Dat is een kwestie van smaak, maar wij vinden het niet zo fraai.

Ook de Schrijfwijzer is hier niet enthousiast over en noemt bijvoorbeeld de onder-bovennotatie ‘ouderwets’. Dat geldt ook voor het gebruik van de <<-tekens (ook wel guillemets of ganzenvoetjes genoemd) om een citaat mee aan te geven. In andere talen zijn deze tekens overigens wel gemeengoed (vooral de Romaanse talen). En ze schijnen (nog) veelvuldig gebruikt te worden in Kamerstukken.

Onlangs verscheen de tweede druk van het geweldige boekje Leestekens, een uitgave van Onze Taal. De auteurs stellen vast dat de taaladviesboeken elkaar tegenspreken wanneer het gaat om de vraag wanneer dubbele of enkele aanhalingstekens te gebruiken. Wel geven zij vervolgens tips voor wie een duidelijk onderscheid wil maken. Eigenlijk stellen ze: gebruik dubbele aanhalingstekens voor letterlijke citaten en kies in alle andere gevallen voor enkele.

‘Nieuwe trend?

We menen steeds vaker te zien dat citaten wel met een aanhalingsteken geopend worden, maar er niet mee worden afgesloten. Er is dan dus wel sprake van een aanhaling, maar de afhaling ontbreekt. Wat ons betreft is dat een minder geslaagde variant. Het kan slordig overkomen en verwarring oproepen.

Ten slotte

Wijzelf hebben voorkeur voor enkele aanhalingstekens, omdat dit naar onze mening rustiger oogt dan dubbele. Het liefst maken we gebruik van lettertypen die een duidelijk onderscheid maken tussen het ‘aanhalingsteken openen’ en het ‘aanhalingsteken sluiten’. We gebruiken alleen dubbele aanhalingstekens als sprake is van een citaat binnen een citaat.

Heb je een vraag over het gebruik van aanhalingstekens? Stel hem hieronder.

Enkele of dubbele aanhalingstekens?
Getagd op:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *